Een troubadour is van oorsprong een middeleeuws kunstenaar, vooral begaafd als muzikant en dichter. Het woord troubadour is afgeleid van het occitaanse woord “trobar” dat ‘vinden’ of ‘bedenken’ betekent.
Troubadours trokken van kasteel naar kasteel en van dorp naar dorp om het publiek te vermaken met hun liederen, verhalen en kunsten. Ze vertelden over de laatste nieuwtjes van het front of zongen erover.
Een troubadour hield van zijn vrijheid, was nieuwsgierig naar het mysterie van het leven en ging op onderzoek uit. Hierdoor was zijn leven vaak onzeker en soms gevaarlijk. Niet iedereen vond het even leuk wat de troubadour vertelde en menig troubadour is om deze reden vervolgd.
De troubadour is voor Hans metaforisch voor de invulling van zijn werkzame leven:
Een bedrijfskundig troubadour is een state-of-the-art vakman, vooral begaafd in het situationeel en pragmatisch toepassen van bedrijfskundige kennis. Hiertoe horen niet alleen harde economische principes, maar zeker ook brede communicatieve en sociaal psychologische vaardigheden.
Hans werkt vanuit het idee dat goed communiceren zo dicht mogelijk langs elkaar heen praten is. Over veel situaties vormt hij zich een mening en bedenkt van daaruit een visie hoe het beter kan.
Daarbij houdt hij ook erg van zijn vrijheid, is 24/7 nieuwsgierig naar de mysteries rond vraagstukken omtrent resultaatverbetering van organisaties en zoekt daarbij op de meest onverwachte plekken naar oplossingen. Vaak komt hij daarbij “op de plek der moeite*”. Niet iedereen is gecharmeerd van deze aanpak. Onconventioneel, vaak buiten gebaande paden, voor sommigen te kort op de bal en met een (kraak)helderheid die soms pijn veroorzaakt. Op zulke momenten trapt hij op de rem en reflecteert: is er geen of onvoldoende toegevoegde waarde, brengt hij onnodige schade toe, of is hier iets anders aan de hand? Vaak leiden juist deze interventies tot verbetering en gedoereductie **.
* Andre Wierdsma
** Michiel Kahmann